Niet kiezen is ook een keuze

Leestijd twee minuten.

Het position paper ten behoeve van het rondetafelgesprek Pensioenen-governance, koopkracht en communicatie in de Tweede Kamer op 20 juni 2024 dat mijn Netspar-collega Bas Werker onlangs publiceerde, leidde tot een reactie van mijn voormalige TKP-collega Anne Laning op Linkedin.

Werker constateert dat de Wet toekomst pensioenen tot stabielere pensioenuitkeringen leidt dan het FTK. Hij is echter bezorgd over het verplicht invaren en tracht in zijn position paper de vier argumenten die het verplicht invaren onderbouwen te ontkrachten. Ik haal er eentje uit. Het argument dat het kostbaar is om twee regelingen uit te voeren, komt op hem overdreven over. “Er zijn sowieso al vele regelingen in Nederland”. Het moet me van het hart dat ik dit een weinig wetenschappelijke benadering vind van deze collega. En hij gaat voorbij aan alle inspanningen die uitvoerders momenteel doen om het aantal regelingen te standaardiseren en te verminderen. Sterker vind ik zijn argument om een individueel bezwaarrecht in te voeren. “Als je wilt uitstralen dat het nieuwe stelsel een verbetering is, dan is niets zo krachtig als een opt-out bieden”. Dat ben ik van harte met hem eens. Een beetje zelfvertrouwen kan geen kwaad. Be good and tell it!

Laning stelt in zijn reactie vier vragen. Ook hier haal ik er eentje uit. De vraag Gaan deelnemers kiezen? beantwoordt hij ontkennend. Uit het sectorbeeld pensioenen van de AFM blijkt volgens hem dat deelnemers niet kiezen. De meeste deelnemers (99%) volgen de default. Ik heb geen aanleiding om deze constatering in twijfel te trekken. De cijfers zullen ongetwijfeld – zoals vrijwel altijd bij Laning – kloppen. Maar om daar de conclusie aan te verbinden dat deelnemers niet kiezen, is wat mij betreft te kort door de bocht. Een deelnemer die na het volgen van het keuzebegeleidingsproces constateert dat de default eigenlijk uitstekend bij hem past en deze daarom volgt, kiest wel degelijk. Alleen niet expliciet voor een van de geboden alternatieven, maar impliciet voor de aangeboden default. De Noord Koreaans aandoende percentages uit het sectorbeeld zijn wellicht wel een groot compliment voor de aanbieders. Kennelijk slagen zij er heel goed in de voorkeur van hun deelnemers te voorspellen. Het doel van een default is immers om de voorkeur van de grootste gemene deler van de deelnemers zo veel mogelijk te benaderen.

Uiteraard weet ik ook wel dat er ook deelnemers zijn die echt niet (willen) kiezen. Ik leef niet onder een steen. Maar de conclusie dat 99% van de deelnemers niet kiest als zij de default volgen, doet geen recht aan de wijze waarop pensioenuitvoerders het proces vorm hebben gegeven. Niet kiezen is ook een keuze.

12062024