Invaren en inspreken 

Leestijd: twee minuten

 

De politieke verhoudingen zijn gewijzigd. Dat kan niemand ontgaan zijn. NSC vroeg meteen al een debat aan over invaren. Een van de onderwerpen is een referendum dat deelnemers inspraak moet geven over het invaren van hun pensioenaanspraken en -rechten. Op zich bijzonder; de Wet toekomst pensioenen is het resultaat van een breed gedragen pensioenakkoord met de sociale partners en met ruime meerderheid aangenomen in de Tweede en Eerste Kamer. Maar, onmogelijk is het natuurlijk niet. En zoals ik al constateerde; de politieke verhoudingen zijn gewijzigd.

Op zich sta ik neutraal in deze discussie en neem dan ook geen politiek standpunt in. Wel pleit ik voor zorgvuldigheid in de discussie over hoe dit vorm zou moeten krijgen. Volgens PensioenPro van 20 december 2023 is dit juridisch eenvoudig is te regelen. Daarbij verwijst Pensioenpro naar de instemming die de wet vereist bij collectieve waardeoverdracht naar het buitenland. Dat is ‘een mooi alternatief’.

De instemming bij collectieve waardeoverdracht naar het buitenland is geregeld in artikel 90a, lid 2 Pensioenwet. Op grond van dit artikel is voor de aanvraag tot goedkeuring van een collectieve waardeoverdracht naar een andere lidstaat vereist dat een tweederdemeerderheid het voorgenomen besluit goedkeurt. Dat lijkt inderdaad een solide regeling. Maar er zit een flinke adder onder het gras. Het gaat namelijk om een tweederdemeerderheid van de deelnemers en gewezen deelnemers en een tweederdemeerderheid van de pensioengerechtigden die hebben gereageerd op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek. Dus niet om tweederde van alle deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, maar om tweederde van degenen die reageerden. Een pensioenfonds met 10.000 deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden wil een collectieve waardeoverdracht doen naar een pensioeninstelling in een andere lidstaat. Van de 10.000 deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden die worden aangeschreven, reageren er 1.000. Daarvan zijn er 667 tegen. Dat is een tweederdemeerderheid en de waardeoverdracht gaat dus niet door. Maar het is slechts een kleine minderheid van 6,67% op het totale bestand. De ervaring leert dat tegenstanders veelal eerder geneigd zijn te reageren dan voorstanders, dus bestaat het risico op een vertekend beeld. En dat is bij het inspreken bij invaren niet anders. Een kleine minderheid kan dan het invaarproces stilleggen.

Zoals gezegd, ik neem een neutrale positie is, maar om voor het invaren aan te sluiten bij het proces van waardeoverdracht naar het buitenland lijkt me onevenwichtig en onverstandig. Ik daag Pieter Omtzigt en Agnes Joseph uit iets beters te verzinnen.

21122023