Wijzigingsbevoegdheid pensioenregeling in cao gedelegeerd aan werkgever en OR. Geen eenzijdige, maar tweezijdige wijziging.

Datum: 13 december 2023

Leestijd vijf minuten

 

De cao bevat in beginsel een middelloonregeling, maar werkgevers kunnen ook kiezen voor een CDC-regeling of een IDC-regeling, mits de OR daarmee instemt of de werkgever via een andere vorm van medezeggenschap instemming verkrijgt. Gelet op de incorporatie van de cao in de arbeidsovereenkomst en het voldoen aan de voorwaarden die de cao stelt aan het wijzigen van de middelloonregeling in een beschikbare premieregeling is sprake van een tweezijdige wijziging waarvoor de norm van voldoende zwaarwichtig belang niet geldt.

 

De cao

Werkgever X valt onder de cao voor het Verzekeringsbedrijf. Onderdeel van de cao is een pensioenregeling. De basispensioenregeling is een middelloonregeling. De werkgevers hebben op basis van de cao echter de mogelijkheid om in afwijking van de middelloonregeling te kiezen voor een collectieve beschikbare premieregeling (CDC) of een individuele beschikbare premieregeling (IDC). Daarbij moet dan de OR met deze afwijking instemmen, of moet de werkgever de instemming verkrijgen via een andere formele vorm van medezeggenschap.

Wijziging regeling van middelloon naar CDC

Eind 2020 gaat de OR akkoord met een wijziging van de pensioenregeling per 1 januari 2021. In plaats van de tot dan toe geldende middelloonregeling gaat de werkgever over naar een CDC-regeling. X informeert de werknemers op 24 december 2020 via een Intranetbericht en op 29 december 2020 over deze wijziging. Een aantal werknemers legt zich niet zonder meer neer bij deze wijziging en stapt naar de kantonrechter. Zij stellen zich op het standpunt dat de middelloonregeling zoals deze tot 1 januari 2021 tussen partijen gold niet rechtsgeldig is gewijzigd. X had volgens hen niet mogen overgaan tot wijziging van de middelloonregeling in een beschikbare premieregeling en de nieuwe pensioenregeling pakt zeer ongunstig voor hen uit. Naar hun oordeel is niet voldaan aan vereisten voor een eenzijdige wijziging omdat voor X geen sprake is van de in het wijzigingsbeding genoemde omstandigheden en – voor zover dat naar het oordeel van de rechtbank wel het geval is – X geen zwaarwichtig belang heeft bij de wijziging van de pensioenregeling.

X stelt daar tegen over dat sprake is van een rechtsgeldige wijziging op basis van de cao. En voor zover dat niet het geval is op basis van het eenzijdige wijzigingsbeding.

Kantonrechter: tweezijdige wijziging

De kantonrechter is van oordeel dat de pensioenregeling op basis van de cao rechtsgeldig is gewijzigd. De pensioenovereenkomst tussen X en de eisende werknemers houdt volgens de kantonrechter niet in dat zij deelnemen aan een middelloonregeling (zoals de werknemers stellen), maar slechts dat zij deelnemen aan de bij X geldende pensioenregeling. De kantonrechter overweegt verder dat het uitgangspunt is dat een pensioenovereenkomst niet zonder instemming van de werknemer kan worden gewijzigd. Dit geldt ook voor collectieve pensioenregelingen, zoals de tot 1 januari 2021 bij X geldende regeling. Het is volgens de kantonrechter echter mogelijk dat voor de wijziging van een pensioenregeling niet de individuele instemming van een werknemer vereist is, bijvoorbeeld als bij cao afspraken over de pensioenregeling zijn gemaakt. De cao bepaalt dat werkgevers de mogelijkheid hebben om te kiezen voor een beschikbare premieregeling  op voorwaarde dat de OR daarmee instemt. Met deze bepaling hebben de cao-partijen de bevoegdheid om te ervoor te kiezen de middelloonregeling te wijzigen in een beschikbare premieregeling gedelegeerd aan de werkgever en de OR, aldus de kantonrechter. Gelet op het in de arbeidsovereenkomst opgenomen incorporatiebeding, waardoor de cao van toepassing is op die arbeidsovereenkomsten, hebben de werknemers bij voorbaat ingestemd met die gedelegeerde bevoegdheid en de daarop gebaseerde wijziging van de pensioenregeling. Aangezien de OR instemde met de wijziging zijn de werknemers op grond van de cao gebonden aan die wijziging en hoefde X hen niet afzonderlijk om instemming te vragen.
Gelet op de instemming van de werknemers middels de incorporatie van de cao in hun arbeidsovereenkomst betreft die wijziging naar het oordeel van de kantonrechter geen eenzijdige, maar een tweezijdige wijziging. Daarvoor geldt de norm van een voldoende zwaarwichtig belang niet. De kantonrechter toetst dan ook niet of aan deze norm is voldaan. Hij concludeert dat de bij X geldende pensioenregeling per 1 januari 2021 rechtsgeldig is gewijzigd in een beschikbare premieregeling.

Commentaar

Het kenmerkende verschil tussen een eenzijdige en een tweezijdige wijziging van een pensioenovereenkomst is dat bij een eenzijdige wijziging sprake moet zijn van een zodanig zwaarwichtig belang van de werkgever dat het belang van werknemer dat door de wijziging zou worden geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken (artikel 19 Pensioenwet). Bij een tweezijdige wijziging is dat niet het geval. De werknemers zijn door hun arbeidsovereenkomst gebonden aan de cao en stemden daarmee al bij voorbaat in met de keuze die de werkgever maakt uit de drie mogelijke pensioenregelingen, mits de OR daarmee instemt. Daarmee is het dus een tweezijdige wijziging.
Op zich geen verrassende uitspraak, maar interessant in het licht van de komende wijzigingen in het kader van de Wtp. Op (vooralsnog) uiterlijk 1 januari 2028 moeten alle pensioenregelingen voldoen aan de Wet toekomst pensioenen. Dat betekent bijvoorbeeld dat er nogal wat middelloonregelingen omgezet gaan worden in premieovereenkomsten. Via de cao-route kan dat wellicht wat eenvoudiger dan in eerste instantie gedacht (of gevreesd). Door in de arbeidsovereenkomst een incorporatiebeding op te nemen ter zake van de cao en in  deze cao’s dergelijke bepalingen op te nemen,  voorkomt een werkgever mogelijk een patstelling als zijn werknemers niet (allemaal) akkoord gaan met de wijziging en hij van zijn pensioenuitvoerder te horen zal krijgen dat de uitvoeringsovereenkomst voor de middelloonregeling met ingang van 1 januari 2028 opgezegd zal worden.

Auteur: Herman Kappelle.

Bron: Rechtbank Overijssel 7 november 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:4608

Dit bericht is opgesteld naar de stand van zaken op 13 december 2023

Samenvatting:

De cao bevat in beginsel een middelloonregeling, maar werkgevers kunnen ook kiezen voor een CDC-regeling of een IDC-regeling, mits de OR daarmee instemt of de werkgever via een andere vorm van medezeggenschap instemming verkrijgt. Gelet op de incorporatie van de cao in de arbeidsovereenkomst en het voldoen aan de voorwaarden die de cao stelt aan het wijzigen van de middelloonregeling in een beschikbare premieregeling is sprake van een tweezijdige wijziging waarvoor de norm van voldoende zwaarwichtig belang niet geldt.