Route 66 is een rotonde

Eind vorig jaar klapten de onderhandelingen tussen sociale partners en het kabinet over een nieuw pensioenstelsel. De vakbeweging stelde minister Koolmees een ultimatum en kondigde een landelijke actiedag op 18 maart aan.
Al speerpunt koos de vakbeweging een pensioenleeftijd van 66 jaar. Het openbaar vervoer staakte 66 minuten en politieauto’s reden met 66 kilometer per uur over de snelwegen.

Met de Provinciale Staten verkiezingen van 20 maart en de daaruit volgende samenstelling van de Eerste Kamer, wijzigden de politieke (krachts)verhoudingen in ons land ingrijpend. Over de vraag of dit nieuwe kansen biedt om de vastgelopen onderhandelingen in beweging te zetten – zoals De Telegraaf in zijn editie van 22 maart veronderstelde - ging ik in het NPO Radio 1 programma Dit is de dag in debat met FNV-bestuurslid Tuur Elzinga.
Daar bevestigde Elzinga desgevraagd expliciet dat 66 jaar voor de vakbeweging een keiharde eis is. Als het kabinet daar niet aan tegemoet komt, komt de vakbeweging niet terug aan tafel.
En dat vind ik jammer. Bevriezing van de AOW-leeftijd op 66 jaar kost, zo becijferde het CPB, € 2 miljard in 2021, oplopend tot € 12 miljard in 2060. Als ook de pensioenrichtleeftijd van de aanvullende pensioenen in de tweede pijler op 66 jaar wordt gezet, lopen deze kosten volgens het CPB tot 2060 op met ongeveer € 10 miljard per jaar. Dat is heel veel geld en ik betwijfel of het kabinet bereid is deze kosten voor zijn verantwoording te nemen. Met dit harde uitgangspunt van de FNV is de kans dat de onderhandelingen binnenkort weer zullen worden hervat dus zeer gering. En daarmee komen we dus ook niet toe aan de kern van het probleem. Hoe komen we tot een stabiel en toekomstbestendig pensioenstelsel waarin transparant is wat er voor iedere deelnemer wordt ingelegd en wat hij of zij daarvoor op zijn pensioendatum krijgt? Hoe komen we tot een pensioenstelsel waarin pensioenfondsen een stabiele en voldoende dekkingsgraad hebben en kortingen door afstempelen (dus) niet nodig zijn en er zelfs ruimte voor indexatie ontstaat? Dat zijn de vragen waar het volgens mij écht om gaat.
Door zo strak op de Route 66 te (blijven) zitten, zorgt de vakbeweging er voor dat alternatieve routes niet verkend kunnen worden. Route 66 is dus slechts een rotonde. Veel kilometers maken, zonder een meter dichterbij de bestemming te komen.

Daarom pleit ik voor een bredere blik bij alle betrokken partijen. Uiteraard is de pensioenleeftijd een belangrijk element en moeten we ervoor zorgen dat mensen die echt niet langer kunnen op een fatsoenlijke manier en met een redelijk pensioen het arbeidsproces kunnen verlaten. Maar daar zijn andere oplossingen voor denkbaar dan alleen Route 66. Daarover schreef ik als in mijn blog van 30 mei 2018.
Als alle partijen hun dogma’s verlaten en hun stokpaardjes parkeren, biedt  het nieuwe politieke landschap wellicht ruimte om weer beweging in de onderhandelingen te krijgen. Dat zal overigens nog moeilijk genoeg zijn. Maar op deze manier komen we er nooit uit. Laten we Route 66 overlaten aan de motorrijders die van Chicago naar Los Angeles willen rijden.

24032019